Schrijver Arthur Kok beleefde DIT tijdens het online Moving Futures Festival en schreef dit essay over zijn ervaringen.
Door de langdurige afwezigheid van de ander ga je de aandacht vanzelf op jezelf richten. Als er buiten weinig meer te beleven valt, dan maar de blik naar binnen en kijken wat daar nog te onderzoeken is. Nou, meer dan genoeg. Niet dat ik van nature zo’n fan ben van ademsessies, bodyscans en ligseances. Wie zich niet zo snel druk maakt heeft ook niet zo snel behoefte aan structureel ingebouwde en uitvoerig vormgegeven rustmomenten. Ik ben meer iemand van staren uit het raam of ergens midden in de stad langdurig stil gaan staan. Soms totdat mensen vragen of ik de weg niet kan vinden en of ze kunnen helpen zoeken. Alsof ik ergens naar op weg zou zijn, terwijl ik juist eindelijk een keer precies daar ben waar ik op dat moment wil zijn. Of ze bedoelen natuurlijk gewoon: ga weg.
Toch is de natuurlijke modus van het vertragen, het letterlijke stilstaan, slechts een prettig verpozen; niet voldoende om mijn nooit rustende nieuwgierigheid te bevredigen. Ik ben een kind van mijn tijd en heb steeds nieuwe ervaringen nodig. Ik bewandel graag nieuwe wegen. Afgelopen zomer las ik een boek waarin werd gesteld dat er ook op het gebied van de spiritualiteit verschillende wegen bestaan. Met de eerste, de deelname aan het maatschappelijk leven, de via activa, ben ik zeer bekend. Wel leuk dat dit dus ook als een vorm van spiritualiteit gezien wordt. De tweede, de weg van het nadenken en beschouwen, de via contemplativa, wordt onder huidige omstandigheden ook veelvuldig begaan. Maar er is dus een derde weg, die van het innerlijke leven, de via meditativa, de weloverwogen inkeer naar binnen.
(photo)
Dit las ik in een boek over Duitse mystiek. Over Eckhart, Böhme, Silesius, Hildegard von Bingen. Mystiek krijgt meestal een Oosters tintje, maar dat Oosten is dus een stuk dichterbij dan vaak gedacht wordt. Het eerstvolgende station na Venlo, zeg maar. In de Middeleeuwen tot ver daarna was het mystieke gedachtengoed in deze ommelanden kennelijk kneiterpopulair. Daar heb ik dan toch wat van meegekregen. Zeker in deze coronatijd zijn deze historische sedimenten in de vorm van allerlei meditatieoefeningen ongemerkt steeds meer mijn leven binnengedrongen. De via meditativa als zucht naar vertier en vermaak. Op zoek naar avontuur in mijn eigen lichaam. Je aandacht uitgebreid naar het topje van de grote teen brengen? Spannend, want: nooit gedaan. Hoe voelt mijn ademhaling? Of mijn zitvlak? Mijn hoofd leunend tegen een deur? Wat wil mijn lichaam dan? Bewegen? Nee? Ja?
Door de vragen die de voorstelling DIT van The100Hands stelde, door de opdrachten die gegeven werden, de suggesties, vloeide mij sowieso al steeds meditatiever wordende leven naadloos over in een dansvoorstelling. Met mijn eigen lichaam in de hoofdrol. In eerste instantie bij gebrek aan beter. In tweede instantie toch best interessant. In derde instantie als de eerste keer dat ik mij volledig kon identificeren met de danser op het toneel. Ik was die danser namelijk zelf geworden. Met mijn hoofd tegen de muur, mijn voeten bewuster op de grond dan ooit. Ik heb mezelf zelfs volledig uitgekleed, alleen maar omdat de regisseur het voorstelde. Ik heb gewoon poedelnaakt op het podium gestaan! Mijn applaus was voor mezelf. Ik hoefde er niet eens voor te klappen. Vandaag koop ik de bloemen voor mezelf.
(photo)
Dat laatste is niet eerlijk. Ere wie ere toekomt. Ik ben geen danser. Ik denk niet als een danser. Er werd voor mij gedacht door een danser. Voor de oppervlakkige recensent was deze voorstelling misschien niets meer dan een eenvoudige geleide meditatie, wat het ook was natuurlijk. Maar voor mij was het ook de mogelijkheid om als een danser naar mijn eigen lichaam te kijken, mijn eigen lichaam te voelen zoals een danser zijn lichaam voelt, te bewegen zoals een danser beweegt. Of dat de bedoeling was? Geen idee. Of ik nu echt weet hoe een professioneel danser zich in zijn lichaam voelt? Weet ik niet. Maakt ook niet uit. Het is maar theater.
Dit essay werd geschreven in opdracht van DansBrabant in het kader van Dans&Durf/Dance&Dare, een cursusreeks en beweging door het Domein voor Kunstkritiek en DansBrabant waarin schrijvers nieuwe woorden zoeken voor nieuwe dans. DIT is vanaf 21 mei te beleven via deze the100hands.com/dit.